logo.png
header_img.jpg

Infoavond 9 december 2009 - Verslag


Samenvattend verslag - door Dr. Hist. Henri Vannoppen

Een schitterende informatieavond 'Bewapend beton! Oorlogserfgoed in het vizier' op woensdag 9 december 2009 in Wijgmaal

De informatieavond werd georganiseerd in het gebouw van de groep KVLV in de schaduw van de Remytoren te Wijgmaal. Van op de bovenste verdieping hebben Belgische en Britse soldaten samen hevig strijd geleverd in mei 1940 om de Duitsers tegen te houden. Dr. Henri Vannoppen (Heemkunde Vlaams-Brabant) leidde deze belangrijke informatieavond i.v.m. de K.W-linie in. Hij wees op het historisch belang van wat men in de streek 'de Ijzeren Muur' noemt.
 
Julien Cannaerts (Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum vzw) gaf als eerste spreker uitleg over de 'Historiek van de KW-linie'. Hij gaf een beeld van het Belgische verdedigingssysteem in 1940 en van de K.W.-linie (ook wel Dijlestelling genoemd). Deze omvatte twee rijen bunkers achter elkaar, anti-tankcentra rond dorpen en telefoonbunkers. Als anti-tankhindernissen gebruikte men rivieren en kanalen (de Vaart Mechelen-Leuven), Cointet-elementen – vandaar de benaming de IJzeren Muur – tetraëders, railvelden of aspergehindernissen en de anti-tankmuur en -gracht te Haacht. De Cointet-elementen stonden op rollen, wat belangrijk was voor een eventuele verplaatsing. De Duitsers braken ze af en gebruikten ze voor de Atlantikwal. Meerpalen zijn de aanhechtingspunten voor de Cointet-elementen. Men vindt er nog te Leuven aan de brug bij Interleuven. Tetraëders zijn verplaatsbare driehoekige metalen piramides. Gevechtsbunkers waren afgestemd op twee mitrailleurs met een ruimte van 2 op 2 m per mitrailleur. Als camouflage voor deze bunkers gebruikte men haken om netten aan te bevestigen, eitjesbepleistering, baksteengevels en beschildering. Achter de verdedigingslijn had men connectie- en commandobunkers of telefooncentrales. Dit telecommunicatienetwerk heeft niet gewerkt in 1940.
 
An Devroey (Regionaal Landschap Dijleland vzw) gaf een overzicht van de 'Realisaties binnen het KW-linie project'. Het project van Regionaal Landschap Dijleland vzw kreeg een subsidie van € 10.000 van het VCM-Contactforum. RLD werkte het project uit met 4 partners: de Werkgroep K.W.-Stelling, Heemkunde Vlaams-Brabant, Simon Stevin Vestingbouwkundig Centrum en Toerisme Vlaams-Brabant. Er kwam een databank (de inventaris), een website (www.kwlinie.be), een infoavond voor de heemkundige kringen te Herent,  een fietsroute, een fiets- en wandelhappening en een infoavond. De fietsroute van 30 km loopt over Haacht, Herent en Kampenhout. De fiets-en wandelhappening  op 20 september te Haacht zorgde voor een opkomst van 250 personen. Ze vertrok te Wespelaar.
 
Koen Demarsin (Werkgroep KW-Stelling) bracht het 'Verslag van een uitgebreid inventarisatiewerk'. De Werkgroep KW-Stelling werd opgericht in 2007. Alles werd geïnventariseerd: de sassen, de nooduitgangen, de verluchtingsgaten, de observatiesleuven, de schietgaten, de granaatwerpgaten, de pistoolgaten en de nooduitgangen. Elke bunker heeft ook een nummer.  Men gebruikte zowel baksteen als beton voor de bouw van de bunkers. Aan het station van Hambos bevindt zich nog een meerpaal.

Tim Deleu (KULeuven) onderzocht de gevoeligheid t.o.v. de bunkers in de huidige samenleving. Hoe kijken mensen vandaag naar de KW-linie? De KW-stelling is onbekend en vergeten. De bunkers zijn volgens sommigen niet esthetisch en hebben weinig praktisch nut. 170 personen werden ondervraagd over de bunkers. 26 % wist waarover het ging, waarvan weinig jongeren. 44 % stond onverschillig tegenover de bunkers. 17 % was contra de conservering (o.a. de landbouwers). Een grote minderheid was voor bewaring nl. een kleine 40 %. Het contra-argument was het feit dat men meende dat bunkers geen toeristische waarde hebben. De pro's verdedigden de bunkers als historische patrimonium. Het besluit van het onderzoek was tweevoudig: onbekend is onbemind en er bestaat toch een grote groep die  bekommerd is om het voortbestaan van de bunkers.   
 
Jos Hoeyberghs en Jos Libotton zorgden voor een filmvoorstelling over Leuven in W.O.II met de vlucht, de Duitse intocht, de bombardementen en de bevrijding.
 
Koen Berwaerts (Regionaal Landschap Dijleland vzw) had het over het huidig gebruik: 'Wat gebeurt er vandaag met de bunkers?'. Zwervers maken er hun verblijf van. Sommige bunkers laat men in de grond zakken. Infrabel wou een aantal bunkers langs het spoor afbreken, waartegen heftig geprotesteerd werd. In Sint-Joris-Weert had men zelfs een frituurbunker. Men maakt er een tuinhuisje van of zet er een duiventil boven. Men camoufleert de bunker met klimop. D'Ieteren integreerde een bunker bij de Zavelstraat in Erps in de schanskorven, wat een succes werd. Met een Open Monumentendag stelde men in Sint-Agatha-Rode een bunker open voor het publiek. In België hebben we 17 soorten vleermuizen. Bunkers zijn goede winterverblijven voor vleermuizen. 14 bunkers van de KW-linie werden dan ook als winterverblijfplaatsen voor vleermuizen ingericht.
 
Els Remans (Vlaamse Landmaatschappij) bracht 'Een verhaal over de anti-tankgracht in Haacht'. De anti-tankgracht is een beschermd monument en een natuurreservaat. Met verschillende partners wil men hier werken rond natuurherstel, archeologisch herstel (kasteel van Roost) en toeristisch-recreatieve opwaardering. Wat dit laatste betreft wil men o.a. een onthaalsite inrichten. Een replica van een Cointet-element zal gemaakt en tentoongesteld worden.
 
Dr. Henri Vannoppen (Heemkunde Vlaams-Brabant) sloot de informatieavond af met een dankwoord voor alle medewerkers en met de bedenking dat in dit project cultuur en natuur heel goed samengingen, echt een samenwerking van de verdedigers van het historisch erfgoed en van de verdedigers van het behoud van de biodiversiteit. Iedereen van de 125 deelnemers aan de infoavond werd uitgenodigd op de receptie.