logo.png
header_img.jpg

Een grote variatie aan bunkers

Hoewel het niet onmiddellijk in het oog springt, bestaat de KW-linie uit een grote variatie aan bunkers.  Zo heeft elke gevechtsbunker een nagenoeg uniek bouwplan, strategisch aangepast aan zijn ligging.  Daardoor vind je op de hele KW-linie geen twee volledig identieke gevechtsbunkers. 

Een aantal elementen kwam wel in elke bunker terug.  Er waren één tot drie schietgaten voor mitrailleurs voorzien, evenals kijkgaten, granaatwerpopeningen en verluchtingspijpen.  Petroleumlampen moesten de bunker verlichten.  De ingang bestond uit een sas met een zware buiten- en binnendeur en er was ook een nooduitgang voorzien.   Het aantal soldaten dat een bunker bemant, hangt af van het aantal schietgaten.  Langs het kanaal Leuven-Dijle werden speciale kleine bunkers voor één schutter gebouwd.

De commandobunkers van het telefoonnetwerk gelijken aan de buitenkant erg op de gevechtsbunkers, maar aangezien ze geen gevechtsfunctie hadden, hebben ze geen schietgaten.   De connectiebunkers zijn veel kleiner.  Er kon slechts één soldaat in plaatsnemen om lokale bovengrondse kabels aan te sluiten op de doorgaande ondergrondse kabels.

Om de oprukkende vijand te kunnen verrassen, was het erg belangrijk dat de bunkers zo min mogelijk opvielen in het landschap.  Een goede camouflage was onontbeerlijk en daartoe werden verschillende technieken gebruikt.